De tentoonstelling bekijkt de geschiedenis van rond 1800 tot 2000 vanuit een consequent grensoverschrijdend perspectief. Dingen die verbinden, dingen die gemeenschappelijk zijn, maar ook dingen die de mensen van de Niederrhein en de Nederlanders scheiden, vormen het thema van een aantrekkelijke en moderne presentatie. De multimediale rondleiding is volledig tweetalig in het Duits en het Nederlands.
Regina Schneider, Euregio-ambassadrice, was in haar welkomstwoord zeer lovend over de tentoonstelling: "De tentoonstelling documenteert de gemeenschappelijke opvatting van de geschiedenis als een verhaal dat het denken in of-of overwint en zich ontwikkelt tot een verhaal van en-en". Zij wenst de tentoonstelling dan ook "veel ruimdenkende bezoekers en ons allen een verdere ontwikkeling van de samenwerking in de gemeenschappelijke Niederrheinlanden" toe.
Aan de hand van indrukwekkende originele voorwerpen uit Duitsland en Nederland neemt de tentoonstelling de bezoeker nog tot 2023 mee op een reis vanaf de tijd van de Franse overheersing onder Napoleon tot de opening van de Europese binnengrenzen in het kader van het Schengenakkoord.
Overeenkomsten zijn bijvoorbeeld te vinden in de manier waarop de twee landen zijn omgegaan met de gevolgen van de revoluties van de 19e eeuw. Pruisen en Nederland kregen in 1848 beide een nieuwe grondwet met democratische inspraak van het volk. Er was grensoverschrijdende samenwerking op verschillende gebieden, niet alleen tussen staten maar ook tussen particulieren. Bijvoorbeeld in de emancipatie van de vrouw, in de kunsten en natuurlijk in handel en economie. In een nagebouwde zeecontainer kan men een dronevlucht beleven boven de Niederrhein, waarover de goederenstroom van en naar Rotterdam zich beweegt.
Het verhaal spaart ook de verdeeldheid niet. De periode van de Tweede Wereldoorlog springt eruit als bijzonder tragisch. De Duitse bezetting van Nederland heeft de betrekkingen tussen beide landen decennialang beïnvloed. Lange rijen bij de grenscontroles illustreren echter dat het nabije en cultureel nauw verwante buurland nooit uit het zicht is verdwenen, vooral niet als handelspartner en reisbestemming.
De tentoonstelling is ontwikkeld in het kader van het project "De geschiedenis van oorlog en vrijheid zonder grenzen", dat wordt uitgevoerd in het kader van het INTERREG-programma Duitsland-Nederland en met 1,2 miljoen euro wordt medegefinancierd door de Europese Unie, het ministerie van Economische Zaken, Innovatie, Digitalisering en Energie van de deelstaat Noordrijn-Westfalen (MWIDE NRW) en de provincies Gelderland en Limburg.